Dat Yannick Lefèbvre (33) een getalenteerd zeiler is, staat buiten kijf. Samen met zijn compagnon Tom Pelsmaekers, streed hij om zegeplaatsen tijdens tientallen wereldkampioenschappen en andere topraces. Met hun forty-niner (49er) doorklieven ze witschuimende golven en internationale wateren. Tussen buitenlandse trainingen en wedstrijden door, voelt Oostende nog steeds als een thuishaven.
Vader Michel maakt al 45 jaar zeilen in alle soorten en formaten. Samen met zijn broer groeide Yannick dus letterlijk op tussen trossen en tuigage. Geen wonder dat watersport in zijn genen zit. Zijn broer nam ondertussen in de zeilmakerij mee de touwtjes in handen. Terwijl Yannick koos voor de topsport.
Zo is de liefde voor het zeilen begonnen
De topsporter legde zijn eerste zeemijlen af in een Optimist, de klassieker onder de zeilboten voor de jeugd. De ontembare Noordzee was een ideale leerschool. Internationale juniorenwedstrijden leverden hem de eerste podiumplaatsen op. Al snel wordt hij opgemerkt als jonge belofte. Wat toen volgde was een periode van studeren en tegelijk beoefenen van sport op hoog niveau. Op het moment dat hij samen met Tom Pelsmaekers een contract van Topsport Vlaanderen op zak had (2016), kwam alles in een stroomversnelling. Een beloning voor de intensieve trainingen en de vele opofferingen!
Euforie en teleurstellingen wisselen elkaar af
Yannick Lefèbvre en Tom Pelsmaekers trotseren met hun vinnige 49er alle kustwateren van de wereld. Hun grote droom? Een olympisch ticket in de wacht slepen. Zowel fysiek als mentaal stomen ze zich klaar en leven dag in dag uit naar dat doel toe. In 2016 werpen de keiharde trainingen hun vruchten af. Als pril team maken ze hun opwachting in Rio en werden er 17de in de 49er-klasse. Tokio zou hun tweede olympisch avontuur worden, een kans waar ze helaas net naast grepen. Onvermijdelijk zindert de teleurstelling nog na. Maar vooruitkijken is wat topsporters typeert. En dat doen ze ook. Tenslotte kaapten ze ook hoge prijzen weg waar ze met fierheid op terugblikken. Denk maar aan de behaalde top 8 plaatsen op EK’s. Zeepetje af!
De toppresteerder spreekt uit ervaring: “Nee, simpel is topsport zeker niet. Uiteraard streef je naar de absolute top.” Dat weet ook solozeilster Maité Carlier met wie hij een koppel vormt. Beiden zijn gebeten door de wedsstrijdmicrobe. “Zeilen is onze gemeenschappelijke passie”, besluit Yannick.
Nieuwe kleuren, zelfde winning spirit
Helaas laat ook het domino-effect van de niet-kwalificatie in Tokio zich voelen. Zo is het financieel een stevige uitdaging voor het zeilduo. Gelukkig komen er nieuwe sponsors over de brug – en het mogen er nog meer zijn. Tegelijk reikt de sportfederatie aan de andere zijde van de taalgrens hen de hand. De eerste competitierace voor Yannick en Tom dit jaar is traditioneel de Princess Sofia Trophy in Palma de Mallorca, waar ze voor het eerst aan de start verschijnen onder een andere vlag. De sportkalender heeft nog meer hoogtepunten in petto, zoals het EK in Denemarken (Sonderborg) begin juli en verder een keyevenement in Canada (Halifax). Hijsen maar, die zeilen!
Altijd welkom in zijn thuisstad
Wanneer het koppel de volgende keer aanmeert in Oostende weten ze nog niet. “We zitten zo’n 250 dagen per jaar in het buitenland voor trainingen en wedstrijden”, klinkt het. “Als alles volgens plan verloopt, zakken we in de zomer opnieuw af. Ik heb nog altijd een speciale band met de Noordzee,” verklapt de sportman. Niet verwonderlijk, het is steeds opnieuw een uitdaging. De weersomstandigheden, de branding, de stroming, … Voorzichtigheid blijft geboden, zeker met een 49er die als een pijl over het water scheert.
“De trainingsfaciliteiten en -formaliteiten zijn niet altijd te vergelijken met wat we in het buitenland gewoon zijn, ook al kunnen we op de steun van de verschillende watersportclubs rekenen.” gaat Yannick verder. “Maar terugkeren naar de plek waar ik als kind op de pontons ravotte en krabben ving, het blijft bijzonder. En dan is er nog het feit dat het prestigieuze zeilevenement, de Dragon Gold Cup, in Oostende plaatsvindt. Daar ben ik toch wel trots op!”